AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
+15
franknieuwenhuis
Chris
kwinten
Frederik
Hyun
Thomas C
Kikkalk
maartenparedis
Sven
Britt
bart
Andreas De Brabandere
Pieter
swaf
Jonas
19 plaatsers
Pagina 1 van 3
Pagina 1 van 3 • 1, 2, 3
AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
geachte medestudenten, hieronder vinden jullie de examenvragen van het audio-examen, oplossingen zijn meer dan welkom, (misschien eens iemand anders dan onze lieftallige pieter, die zijn studietijd bij voorgaande examens drastisch heeft ingekort om ons een dienst te bewijzen, eens wat rust krijgt)....
laat het oplossen beginnen:
Examenvragen Audiotechniek (1e zit) 2004-2005
1. Stereo-opname:
Wat zijn coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
Wat zijn non-coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
2. Bereken de geluidsdruk van een ideale puntbron van 10W op 1, 2 en 4m.
Formule is I = P / (4 x pi x R^2)
invullen levert:
I = 10 Watt / (4 x pi x 1) = 0,796 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 4) = 0,199 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 16) = 0,049 Watt
3. Teken de curve van een compressor met tres -10db, ratio 4:1, gain 0 & 10 dB. Duidt het
rotatiepunt aan en verklaar.
4. Teken een schema van fantoomvoeding en verklaar, geef vier eigenschappen van een
fantoomvoeding
5. Teken een schema van een gebalanceerde verbinding tussen versterkers met
transformatoren en verklaar + hoe vermijd je aardlussen.
6. Leg uit: dB SPL + SPL waarde van pistoolschot op 2m, conversatie op 1m en gehoorgrens
van een kind.
7. Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
8. Hoeveel daalt de intensiteit van een geluidsbron wanneer de afstand verdubbelt?
9. Wanneer gebruiken we een passieve splitter, verklaar en houdt rekening met fantoomvoeding.
10. Waar bevindt zich de virtuele geluidsbron bij quadrafonische weergave? Verklaar en teken
een schema.
11. Wat is piekwaarde, gemiddelde waarde en RMS waarde bij een sinusoïde? Duidt aan op een
tekening. Welke waarde wordt meestal gebruikt bij meters?
12. Welke meter moet men gebruiken om te zien in welke mate een stereosignaal monocompatibel
is?
13. Wat is het nabijheidseffect en welke microfoons hebben het niet?
Vanaf een zekere afstand, zullen de lagere frequenties gediffracteerd (omgebogen) worden rond en achter de microfoonbehuizing. Het gevolg is dat de lage frequenties door de microfoon worden weergegeven als pure drukcomponenten, daar waar gogere frequenties wel via faseverschillen zullen behandeld worden zoals bij de unidirectionele micro. Het gevolg is een sterke toename van de lage frequenties bij korte afstanden tussen bron en micro.
omnidirectionele micro's hebben geen nabijheidseffect. (p.89)
14. Wat is een half genormaliseerde patch? Illustreer met een schema.
15. Wat is akoestische overspraak?
laat het oplossen beginnen:
Examenvragen Audiotechniek (1e zit) 2004-2005
1. Stereo-opname:
Wat zijn coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
Wat zijn non-coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
2. Bereken de geluidsdruk van een ideale puntbron van 10W op 1, 2 en 4m.
Formule is I = P / (4 x pi x R^2)
invullen levert:
I = 10 Watt / (4 x pi x 1) = 0,796 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 4) = 0,199 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 16) = 0,049 Watt
3. Teken de curve van een compressor met tres -10db, ratio 4:1, gain 0 & 10 dB. Duidt het
rotatiepunt aan en verklaar.
4. Teken een schema van fantoomvoeding en verklaar, geef vier eigenschappen van een
fantoomvoeding
5. Teken een schema van een gebalanceerde verbinding tussen versterkers met
transformatoren en verklaar + hoe vermijd je aardlussen.
6. Leg uit: dB SPL + SPL waarde van pistoolschot op 2m, conversatie op 1m en gehoorgrens
van een kind.
7. Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
8. Hoeveel daalt de intensiteit van een geluidsbron wanneer de afstand verdubbelt?
9. Wanneer gebruiken we een passieve splitter, verklaar en houdt rekening met fantoomvoeding.
10. Waar bevindt zich de virtuele geluidsbron bij quadrafonische weergave? Verklaar en teken
een schema.
11. Wat is piekwaarde, gemiddelde waarde en RMS waarde bij een sinusoïde? Duidt aan op een
tekening. Welke waarde wordt meestal gebruikt bij meters?
12. Welke meter moet men gebruiken om te zien in welke mate een stereosignaal monocompatibel
is?
13. Wat is het nabijheidseffect en welke microfoons hebben het niet?
Vanaf een zekere afstand, zullen de lagere frequenties gediffracteerd (omgebogen) worden rond en achter de microfoonbehuizing. Het gevolg is dat de lage frequenties door de microfoon worden weergegeven als pure drukcomponenten, daar waar gogere frequenties wel via faseverschillen zullen behandeld worden zoals bij de unidirectionele micro. Het gevolg is een sterke toename van de lage frequenties bij korte afstanden tussen bron en micro.
omnidirectionele micro's hebben geen nabijheidseffect. (p.89)
14. Wat is een half genormaliseerde patch? Illustreer met een schema.
15. Wat is akoestische overspraak?
Laatst aangepast door Jonas op zo mei 31, 2009 3:20 pm; in totaal 3 keer bewerkt
Jonas- Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 05-01-09
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Examenvragen Audiotechniek (1e zit) 2005-2006
1. Bereken de intensiteit (geluidsdruk) van een ideale puntbron, op respectievelijk 1m, 2m en 4m
van die bron. De bron levert een vermogen van 10 watt.
Formule is I = P / (4 x pi x R^2)
invullen levert:
I = 10 Watt / (4 x pi x 1) = 0,796 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 4) = 0,199 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 16) = 0,049 Watt
2. Leg uit wat men verstaat onder SPL, en geef de waarden in dB SPL van:
- geweershot (.45) op 2 meter afstand
- normale conversatie op 1 meter afstand
- gehoorgrens (kind)
3. Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
4. Leg de volgende begrippen uit:
- de piekwaarde
- de gemiddelde waarde
- de RMS waarde
- teken een sinusoïdale curve op een grafiek en duidt de waardes hierop aan
- voor welke waarde worden meettoestellen voor audio geijkt?
5. a. Met wat kan men akoestisch vermogen vergelijken?
5. b. Met wat kan men akoestische spanning vergelijken?
6. Teken het schema van een fantoomvoeding en geef uitleg. Geef 4 eigenschappen van de
fantoomvoeding.
7. Wanneer gebruikt men een passieve splitter? Geef het schema van een passieve splitter met
een primaire winding en twee secundaire windingen, houdt er rekening mee dat er microfoons
bijzijn met fantoomvoeding.
8. Teken een gebalanceerde kabelverbinding tussen meerdere versterkers die gebruik maken
van transformators. Leg uit waarom deze gebruik maken van transformatoren, leg uit hoe
aardlussen kunnen ontstaan en hoe men dit probleem kan oplossen.
9. Welk meettoestel gebruik ik om te zien of een stereosignaal MONO-compatibel is en leg uit.
10. Teken de curve van een compressor (dbin / dBout) met ratio 2:1, treshold op -10dB en gain
+10dB.
11. Wat verstaat men onder het rotatiepunt en duidt dit aan op de curve.
12. Wat is akoestische ruis en wat is elektronische ruis? Geef de definities van witte ruis en roze
ruis.
1. Bereken de intensiteit (geluidsdruk) van een ideale puntbron, op respectievelijk 1m, 2m en 4m
van die bron. De bron levert een vermogen van 10 watt.
Formule is I = P / (4 x pi x R^2)
invullen levert:
I = 10 Watt / (4 x pi x 1) = 0,796 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 4) = 0,199 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 16) = 0,049 Watt
2. Leg uit wat men verstaat onder SPL, en geef de waarden in dB SPL van:
- geweershot (.45) op 2 meter afstand
- normale conversatie op 1 meter afstand
- gehoorgrens (kind)
3. Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
4. Leg de volgende begrippen uit:
- de piekwaarde
- de gemiddelde waarde
- de RMS waarde
- teken een sinusoïdale curve op een grafiek en duidt de waardes hierop aan
- voor welke waarde worden meettoestellen voor audio geijkt?
5. a. Met wat kan men akoestisch vermogen vergelijken?
5. b. Met wat kan men akoestische spanning vergelijken?
6. Teken het schema van een fantoomvoeding en geef uitleg. Geef 4 eigenschappen van de
fantoomvoeding.
7. Wanneer gebruikt men een passieve splitter? Geef het schema van een passieve splitter met
een primaire winding en twee secundaire windingen, houdt er rekening mee dat er microfoons
bijzijn met fantoomvoeding.
8. Teken een gebalanceerde kabelverbinding tussen meerdere versterkers die gebruik maken
van transformators. Leg uit waarom deze gebruik maken van transformatoren, leg uit hoe
aardlussen kunnen ontstaan en hoe men dit probleem kan oplossen.
9. Welk meettoestel gebruik ik om te zien of een stereosignaal MONO-compatibel is en leg uit.
10. Teken de curve van een compressor (dbin / dBout) met ratio 2:1, treshold op -10dB en gain
+10dB.
11. Wat verstaat men onder het rotatiepunt en duidt dit aan op de curve.
12. Wat is akoestische ruis en wat is elektronische ruis? Geef de definities van witte ruis en roze
ruis.
Laatst aangepast door Jonas op zo mei 31, 2009 3:18 pm; in totaal 1 keer bewerkt
Jonas- Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 05-01-09
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Paginas:
1-40
73-149
377-391
zijn te kennen.
1-40
73-149
377-391
zijn te kennen.
swaf- Aantal berichten : 172
Registratiedatum : 31-10-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Even topic opgekuist, gelieve hier enkel oplossingen en correcties te posten, zodat het overzichtelijk blijft, algemene discussies en vragen over audiotechniek kunnen in andere topic.
Pieter- Admin
- Aantal berichten : 598
Registratiedatum : 25-10-08
Leeftijd : 35
Woonplaats : Kaprijke - Brussel
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
ok ik zal het dan maar voor de 3e keer posten want de vorige 2 posts waar ik het gezegd heb zijn dus verwijderd. Ge moet dus ook p. 226 tot 239 ook kennen!
Andreas De Brabandere- Aantal berichten : 248
Registratiedatum : 22-10-08
Leeftijd : 35
Woonplaats : Gent
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Aardlussen staat trouwens niet in het boek (heeft hij gezegd in de les...)
Iemand die daar notities van heeft?
Iemand die daar notities van heeft?
bart- Aantal berichten : 117
Registratiedatum : 28-10-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
in verband met de vragen;
zoals je kan zien, zitter er een paar vragen in die terugkomen in beide examen (haas-effect / geluidsintensiteit berekenen van een ideale puntbron van 10watt op 1, 2 en 4 meter / ...verder nog niet gechekt). is da een referentie dat die zoiezo gesteld worden? niet dat ze zo ubermoeilijk zijn, maar toch?
zoals je kan zien, zitter er een paar vragen in die terugkomen in beide examen (haas-effect / geluidsintensiteit berekenen van een ideale puntbron van 10watt op 1, 2 en 4 meter / ...verder nog niet gechekt). is da een referentie dat die zoiezo gesteld worden? niet dat ze zo ubermoeilijk zijn, maar toch?
Jonas- Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 05-01-09
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Andreas De Brabandere schreef:ok ik zal het dan maar voor de 3e keer posten want de vorige 2 posts waar ik het gezegd heb zijn dus verwijderd. Ge moet dus ook p. 226 tot 239 ook kennen!
De laatste les heeft Hugo Magnus nochtans overlopen wat we moesten kennen, en dat was er niet bij hoor...
x
Britt- Aantal berichten : 31
Registratiedatum : 26-05-09
Leeftijd : 34
Woonplaats : Antwerpen
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
ik heb p226-239 om 1 of andere reden er toch ook tussen staan.
Sven- Aantal berichten : 29
Registratiedatum : 16-12-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
hij heeft da nochtans nie gezegd de laatste les :s
maar kzalt ma leren vo de zekerheid
btw: bekijk pg 66 - 71 ook maar is, ivm met ruis en overspraak nzo
maar kzalt ma leren vo de zekerheid
btw: bekijk pg 66 - 71 ook maar is, ivm met ruis en overspraak nzo
maartenparedis- Aantal berichten : 21
Registratiedatum : 27-10-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
5. a. Met wat kan men akoestisch vermogen vergelijken?
5. b. Met wat kan men akoestische spanning vergelijken?
Wat bedoeld em daarmee?
akoestisch vermogen = energie waarmee de bron uitzend?
akoestische spanning = geluidsdruk?
5. b. Met wat kan men akoestische spanning vergelijken?
Wat bedoeld em daarmee?
akoestisch vermogen = energie waarmee de bron uitzend?
akoestische spanning = geluidsdruk?
Sven- Aantal berichten : 29
Registratiedatum : 16-12-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Sven schreef:5. a. Met wat kan men akoestisch vermogen vergelijken?
5. b. Met wat kan men akoestische spanning vergelijken?
Wat bedoeld em daarmee?
akoestisch vermogen = energie waarmee de bron uitzend?
akoestische spanning = geluidsdruk?
bovenaan pag 14
Akoestisch vermogen, zal zich gedragen zoals elektrisch vermogen
Akoestische spanning of GELUIDSDRUK, zal zich gedragen zoals de elektrische spanning
Pieter- Admin
- Aantal berichten : 598
Registratiedatum : 25-10-08
Leeftijd : 35
Woonplaats : Kaprijke - Brussel
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
4. Leg de volgende begrippen uit:
- de piekwaarde
- de gemiddelde waarde
- de RMS waarde
- teken een sinusoïdale curve op een grafiek en duidt de waardes hierop aan
- voor welke waarde worden meettoestellen voor audio geijkt?
staat in hfdstk 2, p57
aangezien hij dit al 2 keer gevraagd heeft misschien toch maar is nakijken
- de piekwaarde
- de gemiddelde waarde
- de RMS waarde
- teken een sinusoïdale curve op een grafiek en duidt de waardes hierop aan
- voor welke waarde worden meettoestellen voor audio geijkt?
staat in hfdstk 2, p57
aangezien hij dit al 2 keer gevraagd heeft misschien toch maar is nakijken
Sven- Aantal berichten : 29
Registratiedatum : 16-12-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Kzal maar beginnen met wat antwoorden.
Vraag 6:
SPL staat Voor Sound Pressure Level
voor uitleg wat het is p16 want ik kan da nie zo goed formuleren (iemand anders mss?)
.45 revolverschot op 2m afstand = 145 dB SPL
normale voversatie (1meter) = 60 dB SPL
gehoorgrens kind (1kHZ-3kHz) = 0 dB SPL
Vraag 7: Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
vraag 8: Hoeveel daalt de intensiteit van een geluidsbron wanneer de afstand verdubbelt?
daalt met 6 dB (p14)
vraag 3. Wat is het nabijheidseffect en welke microfoons hebben het niet?
Vanaf een zekere afstand, zullen de lagere frequenties gediffracteerd (omgebogen) worden rond en achter de microfoonbehuizing. Het gevolg is dat de lage frequenties door de microfoon worden weergegeven als pure drukcomponenten, daar waar gogere frequenties wel via faseverschillen zullen behandeld worden zoals bij de unidirectionele micro. Het gevolg is een sterke toename van de lage frequenties bij korte afstanden tussen bron en micro.
omnidirectionele micro's hebben geen nabijheidseffect. (p.89)
Vraag 6:
SPL staat Voor Sound Pressure Level
voor uitleg wat het is p16 want ik kan da nie zo goed formuleren (iemand anders mss?)
.45 revolverschot op 2m afstand = 145 dB SPL
normale voversatie (1meter) = 60 dB SPL
gehoorgrens kind (1kHZ-3kHz) = 0 dB SPL
Vraag 7: Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
vraag 8: Hoeveel daalt de intensiteit van een geluidsbron wanneer de afstand verdubbelt?
daalt met 6 dB (p14)
vraag 3. Wat is het nabijheidseffect en welke microfoons hebben het niet?
Vanaf een zekere afstand, zullen de lagere frequenties gediffracteerd (omgebogen) worden rond en achter de microfoonbehuizing. Het gevolg is dat de lage frequenties door de microfoon worden weergegeven als pure drukcomponenten, daar waar gogere frequenties wel via faseverschillen zullen behandeld worden zoals bij de unidirectionele micro. Het gevolg is een sterke toename van de lage frequenties bij korte afstanden tussen bron en micro.
omnidirectionele micro's hebben geen nabijheidseffect. (p.89)
Andreas De Brabandere- Aantal berichten : 248
Registratiedatum : 22-10-08
Leeftijd : 35
Woonplaats : Gent
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Vraag 6:
Omdat we een geluidsdruk willen vergelijken (hoe luid is 100 dB) Hebben we een vaste referentie nodig.
De referentie die we hebben genomen (0dB SPL) is 10^-12 watt/m2 (geluid dat kind van 3 maand kan horen)
Nu kunnen we dus een bepaalde geluidsdruk vergelijken met de referentie. ( 20 log Iin/Iref = ... dB SPL)
Omdat we een geluidsdruk willen vergelijken (hoe luid is 100 dB) Hebben we een vaste referentie nodig.
De referentie die we hebben genomen (0dB SPL) is 10^-12 watt/m2 (geluid dat kind van 3 maand kan horen)
Nu kunnen we dus een bepaalde geluidsdruk vergelijken met de referentie. ( 20 log Iin/Iref = ... dB SPL)
maartenparedis- Aantal berichten : 21
Registratiedatum : 27-10-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
wat is het polair diagram van een PZM?
en wat is dat met die aardlussen?
en wat is dat met die aardlussen?
Sven- Aantal berichten : 29
Registratiedatum : 16-12-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Sven schreef:wat is het polair diagram van een PZM?
en wat is dat met die aardlussen?
Het polair diagram moet je dat van een omnidirectionele nemen
maartenparedis- Aantal berichten : 21
Registratiedatum : 27-10-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
4 boxen, in elke hoek 1, alle 4 het zelfde signaal, waar is de viruele bron?
Is dat centraal vooraan?
Aangezien de signalen dezelfde zijn en ons oor geluiden vooraan betar oppakt dan achteraan.
Is dat centraal vooraan?
Aangezien de signalen dezelfde zijn en ons oor geluiden vooraan betar oppakt dan achteraan.
Sven- Aantal berichten : 29
Registratiedatum : 16-12-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Sven schreef:4 boxen, in elke hoek 1, alle 4 het zelfde signaal, waar is de viruele bron?
Is dat centraal vooraan?
Aangezien de signalen dezelfde zijn en ons oor geluiden vooraan betar oppakt dan achteraan.
Ik denk in het midden van de kamer, omdat de luidsprekers elkaar opheffen, zoals ge kunt zien op de foto
maartenparedis- Aantal berichten : 21
Registratiedatum : 27-10-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Vorig jaar moesten we 10 begrippen uitleggen in de eerste vraag, elk op 1 punt.
We moesten een fantoomvoeding tekenen
en we moesten die grafiekjes tekenen, ik weet niet meer van wat het was.
En in 2de zit had hij een verhaaltje gegeven waar je de fouten uit moest halen, heb ik mij laten vertellen..
We moesten een fantoomvoeding tekenen
en we moesten die grafiekjes tekenen, ik weet niet meer van wat het was.
En in 2de zit had hij een verhaaltje gegeven waar je de fouten uit moest halen, heb ik mij laten vertellen..
Kikkalk- Aantal berichten : 13
Registratiedatum : 03-11-08
Leeftijd : 35
Woonplaats : Kleine-Brogel
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Zitten er op de eerste pagina vragen tussen die ge weet dat em vorig jaar ook gesteld heeft?
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
3 en 4
maar die met de fantoomvoeding was niet helemaal hetzelfde
en die termen kan ik mij nie meer herinneren >.<
maar die met de fantoomvoeding was niet helemaal hetzelfde
en die termen kan ik mij nie meer herinneren >.<
Kikkalk- Aantal berichten : 13
Registratiedatum : 03-11-08
Leeftijd : 35
Woonplaats : Kleine-Brogel
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Een fasemeter12. Welke meter moet men gebruiken om te zien in welke mate een stereosignaal monocompatibel
is?
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
Examenvragen Audiotechniek (1e zit) 2004-2005
1. Stereo-opname:
Wat zijn coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
Opstelling van 2 microfoons om stereo te simuleren.
membranen van beide microfoons staan op dezelfde (vertikale) as, zo dicht mogelijk bij elkaar opgesteld.
Dit om het tijdsverschil tussen de signalen te vermijden.
Het X/Y systeem:
2 gerichte microfoons waarvan de membranen een openingshoek vormen van 90° tot mac 120°
Het X-signaal komt overeen me het linkse kanaal, terwijl het Y-signaal overeenkomt met het rechtse signaal.
Het Blumlein of stereophonic-systeem
Opstelling van 2 achtvormige karakteristieken. onder een hoek van 90°
daarbij worden beide positieve lobben in dezelfde richting opgesteld.
MS-methode
2 microfoons, de ene met willekeurige karakteristiek registreert het monosignaal, terwijl de andere directionele informatie registreert. deze laatste heeft een achtvormige karakteristiek.
niet tevreden? terug te vinden op p378-387
Wat zijn non-coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
minimum 2 microfoon capsules waarvan de membranen niet op dezelfde as staan.
met als nadeel dat geluiden van de zelfde bron de membranen op verschillende tijdstippen bereiken.
voorbeelden:
A/B systeem
2 identische microfoons onder een openingshoek van 90° tot max 120°, met onderlinge afstand van variërend tussen 15 en 30 cm
conventie: A = links, B = rechts
ORTF cardiosysteem (Office de Radiodiffusion et Television Francaise)
2 cardioide microfoons onder een hoek van 110° met een onderlinge afstand van 17cm
NOS-systeem (Nederlandse Omroep Stichting)
variant op ORTF systeem, combineert kleine openingshoek met grote membraanafstand (90°, 30cm)
breder stereobeeld als gevolg.
2. Bereken de geluidsdruk van een ideale puntbron van 10W op 1, 2 en 4m.
Formule is I = P / (4 x pi x R^2)
invullen levert:
I = 10 Watt / (4 x pi x 1) = 0,796 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 4) = 0,199 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 16) = 0,049 Watt
3. Teken de curve van een compressor met tres -10db, ratio 4:1, gain 0 & 10 dB. Duidt het
rotatiepunt aan en verklaar.
voor gain : 0 dB
unitygain tot aan -10db (treshold) vandaar verzwakt: ratio 4:1
voor gain: 10 dB
heel die curve 10 naar boven opschuiven
4. Teken een schema van fantoomvoeding en verklaar, geef vier eigenschappen van een
fantoomvoeding
Tekening pagina 88 onderaan, de eerste
Zorgt voor het voeden van de ingebouwde voorversterker.
zal de capsule van de microfoon polariseren.
Tussen de massa en het fonisch paar wordt een gelijkspanning van 48V aangelegd.
Dit gebeurt op beide aders om het elektrische circuit nooit te beschadigen.
5. Teken een schema van een gebalanceerde verbinding tussen versterkers met
transformatoren en verklaar + hoe vermijd je aardlussen.
Tekening pagina 88 bovenaan?
6. Leg uit: dB SPL + SPL waarde van pistoolschot op 2m, conversatie op 1m en gehoorgrens
van een kind.
Akoestische geluidsdruk wordt uitgedrukt in dB (SPL) waarbij SPL staat voor Sound Preasure Level.
Dit is gemeten per oppervlakte-eenheid op een bepaalde afstand van de bron.
revolvershot op 2 meter afstand: 145 dB(SPL)
conversatie op 1 meter afstand: 60 dB(SPL)
gehoorgrens kind: 0 db(SPL)
7. Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
8. Hoeveel daalt de intensiteit van een geluidsbron wanneer de afstand verdubbelt?
daalt met 6 dB (p14)
9. Wanneer gebruiken we een passieve splitter, verklaar en houdt rekening met fantoomvoeding.
pagina 238
10. Waar bevindt zich de virtuele geluidsbron bij quadrafonische weergave? Verklaar en teken
een schema.
11. Wat is piekwaarde, gemiddelde waarde en RMS waarde bij een sinusoïde? Duidt aan op een
tekening. Welke waarde wordt meestal gebruikt bij meters?
pagina 57
Welke waarde wordt meestal gebruikt: RMS waarde
12. Welke meter moet men gebruiken om te zien in welke mate een stereosignaal monocompatibel
is?
De fase oscilloscoop
13. Wat is het nabijheidseffect en welke microfoons hebben het niet?
Vanaf een zekere afstand, zullen de lagere frequenties gediffracteerd (omgebogen) worden rond en achter de microfoonbehuizing. Het gevolg is dat de lage frequenties door de microfoon worden weergegeven als pure drukcomponenten, daar waar gogere frequenties wel via faseverschillen zullen behandeld worden zoals bij de unidirectionele micro. Het gevolg is een sterke toename van de lage frequenties bij korte afstanden tussen bron en micro.
omnidirectionele micro's hebben geen nabijheidseffect. (p.89)
14. Wat is een half genormaliseerde patch? Illustreer met een schema.
figuur bekijken op pagina 117
Bovenste rij contacten in een patchbay zijn uitgerust als NON-breaking. Dit laat toe hetzelfde signaal naar een twede destinatie te sturen. Zonder de eerste normale weg te onderbreken.
15. Wat is akoestische overspraak?
Anders dan bij het beluisteren met een koptelefoon (ruimtelijke dimensie perfect hoorbaar) wordt bij het luisteren met luidsprekers de ruimtelijke beleving sterk afgezwakt.
Door het feit dat ons linker oor ook het signaal van de rechter luidspreker waarneemt, en omgekeerd
=> Diafonie of akoestische overspraak.
5. a. Met wat kan men akoestisch vermogen vergelijken?
Zal zich gedragen als elektrisch vermogen
5. b. Met wat kan men akoestische spanning vergelijken?
Geluidsdruk, zal zich gedragen als elektrische spanning
7. Wanneer gebruikt men een passieve splitter? Geef het schema van een passieve splitter met
een primaire winding en twee secundaire windingen, houdt er rekening mee dat er microfoons
bijzijn met fantoomvoeding.
8. Teken een gebalanceerde kabelverbinding tussen meerdere versterkers die gebruik maken
van transformators. Leg uit waarom deze gebruik maken van transformatoren, leg uit hoe
aardlussen kunnen ontstaan en hoe men dit probleem kan oplossen.
10. Teken de curve van een compressor (dbin / dBout) met ratio 2:1, treshold op -10dB en gain
+10dB.
Analoog aan de compressor oefening van bovenstaand examen.
11. Wat verstaat men onder het rotatiepunt en duidt dit aan op de curve.
Kruispunt van het gecompresseerde signaal en de unity gain.
alle signalen onder dit punt worden versterkt.
alle signalen boven dit punt worden verzwakt.
12. Wat is akoestische ruis en wat is elektronische ruis? Geef de definities van witte ruis en roze
ruis.
Het zijn beide ongewenste signalen die het geluid storen door hun aanwezigheid
Akoestische ruis: pseudoniem voor omgevingsgeluid
voorbeelden: spelende kinderen, resonerende wanden, straatlawaai
Elektrische ruis:
voorbeelden: ingangsruis, uitgangsruis, brom, ratel, statische ruis, band ruis, witte en roze ruis...
Witte ruis: zeer breedbandig en bevat praktisch alle frequentiecomponenten met een gelijke energiespreiding over het ganse hoorbare spectrum
Roze ruis: Witte ruis met een 3dB per-octaaf-verzwakkingsfilter
witte ruis wordt zo aangepast aan onze 'toongevoeligheid' en is dan uitermate geschikt om in-en uitgangsvervormers te testen
1. Stereo-opname:
Wat zijn coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
Opstelling van 2 microfoons om stereo te simuleren.
membranen van beide microfoons staan op dezelfde (vertikale) as, zo dicht mogelijk bij elkaar opgesteld.
Dit om het tijdsverschil tussen de signalen te vermijden.
Het X/Y systeem:
2 gerichte microfoons waarvan de membranen een openingshoek vormen van 90° tot mac 120°
Het X-signaal komt overeen me het linkse kanaal, terwijl het Y-signaal overeenkomt met het rechtse signaal.
Het Blumlein of stereophonic-systeem
Opstelling van 2 achtvormige karakteristieken. onder een hoek van 90°
daarbij worden beide positieve lobben in dezelfde richting opgesteld.
MS-methode
2 microfoons, de ene met willekeurige karakteristiek registreert het monosignaal, terwijl de andere directionele informatie registreert. deze laatste heeft een achtvormige karakteristiek.
niet tevreden? terug te vinden op p378-387
Wat zijn non-coïncidentele systemen + 3 voorbeelden en bespreking.
minimum 2 microfoon capsules waarvan de membranen niet op dezelfde as staan.
met als nadeel dat geluiden van de zelfde bron de membranen op verschillende tijdstippen bereiken.
voorbeelden:
A/B systeem
2 identische microfoons onder een openingshoek van 90° tot max 120°, met onderlinge afstand van variërend tussen 15 en 30 cm
conventie: A = links, B = rechts
ORTF cardiosysteem (Office de Radiodiffusion et Television Francaise)
2 cardioide microfoons onder een hoek van 110° met een onderlinge afstand van 17cm
NOS-systeem (Nederlandse Omroep Stichting)
variant op ORTF systeem, combineert kleine openingshoek met grote membraanafstand (90°, 30cm)
breder stereobeeld als gevolg.
2. Bereken de geluidsdruk van een ideale puntbron van 10W op 1, 2 en 4m.
Formule is I = P / (4 x pi x R^2)
invullen levert:
I = 10 Watt / (4 x pi x 1) = 0,796 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 4) = 0,199 Watt
I = 10 Watt / (4 x pi x 16) = 0,049 Watt
3. Teken de curve van een compressor met tres -10db, ratio 4:1, gain 0 & 10 dB. Duidt het
rotatiepunt aan en verklaar.
voor gain : 0 dB
unitygain tot aan -10db (treshold) vandaar verzwakt: ratio 4:1
voor gain: 10 dB
heel die curve 10 naar boven opschuiven
4. Teken een schema van fantoomvoeding en verklaar, geef vier eigenschappen van een
fantoomvoeding
Tekening pagina 88 onderaan, de eerste
Zorgt voor het voeden van de ingebouwde voorversterker.
zal de capsule van de microfoon polariseren.
Tussen de massa en het fonisch paar wordt een gelijkspanning van 48V aangelegd.
Dit gebeurt op beide aders om het elektrische circuit nooit te beschadigen.
5. Teken een schema van een gebalanceerde verbinding tussen versterkers met
transformatoren en verklaar + hoe vermijd je aardlussen.
Tekening pagina 88 bovenaan?
6. Leg uit: dB SPL + SPL waarde van pistoolschot op 2m, conversatie op 1m en gehoorgrens
van een kind.
Akoestische geluidsdruk wordt uitgedrukt in dB (SPL) waarbij SPL staat voor Sound Preasure Level.
Dit is gemeten per oppervlakte-eenheid op een bepaalde afstand van de bron.
revolvershot op 2 meter afstand: 145 dB(SPL)
conversatie op 1 meter afstand: 60 dB(SPL)
gehoorgrens kind: 0 db(SPL)
7. Wat is het HAAS-effect?
Wanneer we 2 identische geluiden waarnemen, elk komend vanuit een andere richting, die gescheiden zijn met een tijdsverschil van minder dan 30 mS, dan zal het geluid dat eerst aankomt richtingbepalend zijn, zelfs al wordt het vertraagde geluid 10dB luider waargenomen.
Door het kleine tijdsverschil zullen we de 2 signalen als 1 geheel waarnemen; Als het tijdsverschil groter is dan 30 mS, dan worden beide signalen apart waargenomen. (p.38)
8. Hoeveel daalt de intensiteit van een geluidsbron wanneer de afstand verdubbelt?
daalt met 6 dB (p14)
9. Wanneer gebruiken we een passieve splitter, verklaar en houdt rekening met fantoomvoeding.
pagina 238
10. Waar bevindt zich de virtuele geluidsbron bij quadrafonische weergave? Verklaar en teken
een schema.
11. Wat is piekwaarde, gemiddelde waarde en RMS waarde bij een sinusoïde? Duidt aan op een
tekening. Welke waarde wordt meestal gebruikt bij meters?
pagina 57
Welke waarde wordt meestal gebruikt: RMS waarde
12. Welke meter moet men gebruiken om te zien in welke mate een stereosignaal monocompatibel
is?
De fase oscilloscoop
13. Wat is het nabijheidseffect en welke microfoons hebben het niet?
Vanaf een zekere afstand, zullen de lagere frequenties gediffracteerd (omgebogen) worden rond en achter de microfoonbehuizing. Het gevolg is dat de lage frequenties door de microfoon worden weergegeven als pure drukcomponenten, daar waar gogere frequenties wel via faseverschillen zullen behandeld worden zoals bij de unidirectionele micro. Het gevolg is een sterke toename van de lage frequenties bij korte afstanden tussen bron en micro.
omnidirectionele micro's hebben geen nabijheidseffect. (p.89)
14. Wat is een half genormaliseerde patch? Illustreer met een schema.
figuur bekijken op pagina 117
Bovenste rij contacten in een patchbay zijn uitgerust als NON-breaking. Dit laat toe hetzelfde signaal naar een twede destinatie te sturen. Zonder de eerste normale weg te onderbreken.
15. Wat is akoestische overspraak?
Anders dan bij het beluisteren met een koptelefoon (ruimtelijke dimensie perfect hoorbaar) wordt bij het luisteren met luidsprekers de ruimtelijke beleving sterk afgezwakt.
Door het feit dat ons linker oor ook het signaal van de rechter luidspreker waarneemt, en omgekeerd
=> Diafonie of akoestische overspraak.
5. a. Met wat kan men akoestisch vermogen vergelijken?
Zal zich gedragen als elektrisch vermogen
5. b. Met wat kan men akoestische spanning vergelijken?
Geluidsdruk, zal zich gedragen als elektrische spanning
7. Wanneer gebruikt men een passieve splitter? Geef het schema van een passieve splitter met
een primaire winding en twee secundaire windingen, houdt er rekening mee dat er microfoons
bijzijn met fantoomvoeding.
8. Teken een gebalanceerde kabelverbinding tussen meerdere versterkers die gebruik maken
van transformators. Leg uit waarom deze gebruik maken van transformatoren, leg uit hoe
aardlussen kunnen ontstaan en hoe men dit probleem kan oplossen.
10. Teken de curve van een compressor (dbin / dBout) met ratio 2:1, treshold op -10dB en gain
+10dB.
Analoog aan de compressor oefening van bovenstaand examen.
11. Wat verstaat men onder het rotatiepunt en duidt dit aan op de curve.
Kruispunt van het gecompresseerde signaal en de unity gain.
alle signalen onder dit punt worden versterkt.
alle signalen boven dit punt worden verzwakt.
12. Wat is akoestische ruis en wat is elektronische ruis? Geef de definities van witte ruis en roze
ruis.
Het zijn beide ongewenste signalen die het geluid storen door hun aanwezigheid
Akoestische ruis: pseudoniem voor omgevingsgeluid
voorbeelden: spelende kinderen, resonerende wanden, straatlawaai
Elektrische ruis:
voorbeelden: ingangsruis, uitgangsruis, brom, ratel, statische ruis, band ruis, witte en roze ruis...
Witte ruis: zeer breedbandig en bevat praktisch alle frequentiecomponenten met een gelijke energiespreiding over het ganse hoorbare spectrum
Roze ruis: Witte ruis met een 3dB per-octaaf-verzwakkingsfilter
witte ruis wordt zo aangepast aan onze 'toongevoeligheid' en is dan uitermate geschikt om in-en uitgangsvervormers te testen
Laatst aangepast door Frederik op ma jun 01, 2009 2:29 pm; in totaal 3 keer bewerkt
Frederik- Aantal berichten : 5
Registratiedatum : 03-11-08
Re: AUDIOTECHNIEKEN - Examenvragen en antwoorden
mmm, die vragen kan ik ook allemaal wel, diegene die niet opgelost zijn, dat zijn de degene die hier opt forum moeten komen
Sven- Aantal berichten : 29
Registratiedatum : 16-12-08
Pagina 1 van 3 • 1, 2, 3
Soortgelijke onderwerpen
» filmtechnologie
» Analyse: Vragen en antwoorden
» Audiotechnieken
» Audiotechnieken: vragen en bedenkingen
» Examenvragen
» Analyse: Vragen en antwoorden
» Audiotechnieken
» Audiotechnieken: vragen en bedenkingen
» Examenvragen
Pagina 1 van 3
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
|
|